La vita è una primavera che è stata ficcata tra due
Stagioni impossibili. Quella zattera che si chiama
Inverno e la stagione calda e impossibile su cui
Per il resto non spreco parole, è già stata cantata
In un’altra poesia. Scavallare, strisciare, stare in piedi, scalciare,
Cadere, colpire, senza la primavera tutto questo sarebbe impossibile.
Premere il pulsante rosso, trasformare catene montuose
In parcheggi, fare legna, cavare gli occhi ai panda
Per farne viagra: tutti prodotti di figli della primavera. Ai dittatori
E a chi fa pubbliche relazioni va meno a genio la primavera,
Ma più che altro perché sono troppo impegnati
A esercitare la loro influenza, è una stagione ideale
Per cogliere l’occasione. Morire in primavera è sbagliare i tempi,
Rimandalo, fallo a giugno, allora sì che sei un uomo. Het leven is een lente die tussen twee onmogelijke
Seizoenen in is gepropt. Dat vlot dat winter heet en
Dat onmogelijke warme seizoen waar ik voor de rest
Geen woorden aan vuil maak, het is al bezongen in een
Ander gedicht. Stoeien, kruipen, staan, schoppen, vallen,
Slaan, zonder de lente zou dit allemaal onmogelijk zijn.
Op de rode knop drukken, van gebergten parkeergarages
Maken, hout kappen, panda´s de ogen uitsteken om er
Viagra van te maken: allemaal producten van lentekinderen.
Dictators en p.r.-mensen hebben minder op met de lente,
Maar dat komt meer omdat ze het dan te druk bezig hebben
Om hun invloed uit te oefenen, het is een ideaal seizoen
Om je slag te slaan. Sterven in de lente is zonde van het moment,
Stel het uit, doe het in juni, dan ben je pas een vent.